Cattledrives & Trails

Toen na de Civil War( 1866) steeds meer rundvlees nodig was voor de stedelijke gebieden in het noorden en oosten van de Verenigde steden ontstond een lucratieve handel van vee dat vanuit het zuiden over de zogenaamde cattle trails werd aangevoerd.In 1866 werd er door de regering een nieuwe wet uitgevaardigd, de Tallying Law. Dankzij deze wet mocht iedereen kuddes bijeen drijven , de dieren brandmerken en naar een inspecteur brengen die zorgde dat de kudde hun eigendom werd.



Na de burgeroorlog gingen dan ook veel burgers op jacht naar deze kuddes. De eerste cattle drive vond al plaats in 1836, vanuit het zuiden naar de goudaders van Colorado



Een Longhorn kostte in Texas 5 dollar en werd in de steden voor 25 tot 40 dollar verkocht. Een transport van deze dieren over drieduizend mijl duurde 3 a 4 maanden.Het leverde de cattle kings grote winsten op. Een bekende cattle baron was Jesse Chisholm. Hij was de naamgever van het meest beroemde runderparcours naar het noorden. Hij kreeg zelfs een eigen standbeeld. In 2010 hebben we de Chisholm route met de auto gereden. Onderweg stonden nog diverse monumenten ter nagedachtenis aan deze bijzondere cattle-driver. Onder het kopje; Foto's kunt u hiervan enkele  foto's bekijken.Klik hier om de website van de Chisholmtrail association te bekijken.

 

The Old Chisholm Trail

Well come along boys and listen to my tale,
I'll tell you my troubles on the old Chisholm Trail.

On a ten dollar horse and a forty dollar saddle,
I started out to punchin' then longhorn cattle.

I started up the trail October twenty-third,
I started up the trail with the 2U herd.

I'm up in the morning before daylight,
And before I sleep the moon shines bright.

It's bacon and beans most every day,
We'll soon be a-eatin' prairie hay.

With my seat in the saddle and my hand on the horn,
I'm the best damned cowboy that ever was born.

It's cloudy in the west and a-lookin' like rain,
And my damned old slicker's in the wagon again.

- A favorite song of the old time cowboys.

 

 

 

 



Langs de nieuw aangelegde Pacific Railroad en de Chrishom Trail verrezen de çattle towns Abeline, Elsworth en Dodge City.

Dodge City

Als de dieren na een lange en zware tocht bij een treinstation arriveerden werden ze in vee wagons gedreven en getransporteerd naar de slachterijen in Chicago.

Van 1866 tot 1890 zijn er zo ruim 10 miljoen dieren vanuit het zuiden naar het noorden getransporteerd. Een transport werd begeleidt door een tiental drijvers. De dieren waren afkomstig van meerdere eigenaren en hadden een leeftijd van ongeveer vier jaar.


Men legde ongeveer 20 km per dag af, meestal ’s morgens zodat de dieren ’s middags konden grazen.



’s Nachts moest er worden gewaakt omdat het geluid van de wolven of zwaar onweer onrust onder de dieren kon veroorzaken waardoor ze op hol konden slaan. De uit elkaar geslagen kuddes moesten dan weer bijeen gedreven worden.








Ook moesten er rivieren worden overgestoken en aanvallen van indianen en veedieven worden getrotseerd.

 

 

Terug naar boven.